De effectiviteit van het leren tussen de face-to-face momenten verhogen

 Op 13 november verzorg ik om 12 uur een presentatie tijdens OWD 2012

Thema

:

Good practices

Sprekers

:

Karel Roos (Leiden University)

Locatie

:

Goudriaan I

Omschrijving

:

Hoe houdt u de student aan de bal? Hoe stimuleert u dat studenten regelmatiger studeren? Universiteit Leiden ontwikkelde hiervoor een blended-learning-workshop voor docenten, docententeams en studentassistenten. Tijdens deze sessie maakt u kennis met deze aanpak, die voor de Universiteit Leiden succesvol lijkt te zijn. De sessie is met name interessant voor docenten, onderwijsontwikkelaars en ICT&O-ers

Middels “blended learning” wordt geprobeerd een uitgebalanceerde mix te vinden van enerzijds “face-to-face” onderwijs en anderzijds online activiteiten, waarbij deze activiteiten elkaar versterken. Blackboard biedt een omgeving waarmee u de effectiviteit van het leren tussen de “face-to-face”- momenten kunt verhogen. De workshop werd ontwikkeld op basis van “Carepack”. Dit is een door Blackboard geleverde verzameling lesmaterialen die u ter ondersteuning van een workshop kunt inzetten. Deze sessie geeft een indruk van de gebruikte materialen en methode. Na afloop van de sessie weet u hoe u de effectiviteit van het leren tussen de face-to-face-momenten voor studenten kunt verhogen via de Carepack-methodiek van Blackboard.

Tags:

Studiesucces

Edugroepen als gratis vervanger voor Surfgroepen

Surfnet trekt per 31-12 de stekker uit het gratis online samenwerkingsplatform Surfgroepen,reden: Surf wil zich nog meer richten op de ontwikkeling van innovatieve zaken en daar past het simpelweg hosten van een webomgeving niet bij. Maar er is een prachtig gratis opvolger. Winvision en AT2 (de oorspronkelijke mede-ontwikkelaar van Surfgroepen) hebben Microsoft-toestemming om deze omgeving voort te zetten, gratis voor het Hoger Onderwijs. Ga naar http:\www.edugroepen.nl, registreer je, en je hebt de mogelijkheid om gratis max. 20 teamsites te maken, waarin je met collega’s van andere instellingen online kunt samenwerken aan projecten.
P.S. Als je je spullen bij Surfgroepen wilt redden: ga naar ww.surfgroepen.nl en lees hoe je jouw bestaande sites daar kunt exporteren.

Mijn eerste web-app voor smartphones

 

Ik heb mijn eerste web-app ontwikkeld met iBuildApp, een eenvoudig te gebruiken online dienst. Je kiest (of maakt zelf) een template en bepaalt de inhoud van de app (zie hier voor mogelijke content-soorten). Geen programmeerkennis nodig. In grote lijnen: klik hier.

Je kunt jouw web-apps (platform-onafhankelijk) in hun App Store aanbieden, oneindig veel downloads gratis, mits je reclame in jouw app op de koop toe neemt. Klik hier voor prijsinfo indien je geen reclame wenst.

Als je een native app wilt aanbieden kan dat bijv. via Apple Store ($99/jaar) of Androit Market (one-time fee $25,=). 

Klik op deze link om naar de web-app te gaan en om hem o.a. in een iPhone-simulator te zien werken.

Heb jij ideeën om dit in te gaan zetten binnen jouw onderwijs praktijk? Laat het weten via een comment onder deze post. 

 

 

Zelf een Augmented Reality-toepassing ontwikkelen in the cloud? Het kan redelijk eenvoudig!

Onderstaande Augmented Reality-oplossing vind ik mooi, zelfs al heb ik hem nog niet 100% kunnen testen omdat ik geen Android Smartphone in mijn bezit heb. Het maken van de Android app kon ik WEL zelf doen.

Ik vind deze oplossing mooi door zijn eenvoud en door het cloud karakter van de Authortool. Wel jammer dat er hier voor een specifiek hardwareplatform is gekozen: Android apparaten. Een Mobile site oplossing (HTML5) zou mijn voorkeur hebben; hardware onafhankelijk, dus voor Android, iPhone, Blackberry etc.

Twee jaar geleden heeft de Open Universiteit onder de SURF / Kennisnet innovatieregeling de eerste versie van ARlearn gecreeerd waarbij studenten hun veldwerk in Florence verricht hebben met Audio Augmented Reality. Ondertussen zijn ze een paar stappen verder en is er een authoring tool ontwikkeld waarmee je zelf, in de cloud, aan de slag kunt.

Aan de docentzijde gaat gaat het om een 100% cloud-Authortool (Google account nodig) waarmee je bijvoorbeeld als docent online een veldwerk-app/-game kunt ontwikkelen. Aan de leerlingzijde gaat het om een gratis te downloaden Android app. Met deze app kan de leerling tijdens het veldwerk/stadswandeling/… ter plaatse annotaties invoeren/inspreken en uploaden.

Stel je wilt een historische stadswandeling ontwikkelen waarbij leerlingen met hun smartphone op interactieve wijze kunnen anticiperen: bij een paleis bijvoorbeeld verschijnt er automatisch een vraag, filmpje of geluidsfragment over dat paleis. De leerling kan direct een antwoord inspreken, een zelfgenomen foto bijplaatsen en deze zaken middels 1 knop uploaden naar een online omgeving (een Google Site) waar ze in een later stadium e.e.a. kunnen uitwisselen en verder uitwerken.

Als docent zoek je eerst via Google Maps de gewenste interessante locaties op en vraag je de exacte geografische coördinaten (latitude en longitude) op. Met de online tool koppel je vragen/opdrachten/online video/online audio/narrator aan die coördinaten. Met die tool bepaal je ook hoe de leerling ter plekke annotaties kan plaatsen over die locatie(foto en/of inspreken). De tool geeft de docent ook de mogelijkheid om leerlinggroepjes te formeren.

Zodra de leerling in de buurt van zo’n locatie komt gaat de Android-smartphone trillen en/of verschijnt er een pop-up in display. De video, audio, narrator/meerkeuzevraag verschijnt. de leerling kan vervolgens zijn annotatie/notitie inspreken en (eventueel vergezeld van zelfgenomen foto) uploaden. Deze notities komen in een Google site terecht waar alleen de teamleden van het betreffende leerlinggroepje toegang toe hebben. Achteraf kunnen ze dan hun notities verder uitwerken en uitwisselen.

Blackboard Mobile Learn

Dat is fijn zeg: Universiteit Leiden faciliteert Blackboard sinds kort ook voor mobile users. Zelf heb ik inmiddels errvaring opgedaan de gratis Blackboard Mobile Learn app voor iPad en voor iPhone. Geweldig allemaal. Ik zag vorige week overigens dat bij mijn collega de Android versie ook goed werkt. Voor Blackberry bestaat deze app ook, maar die heb ik nog niet gezien.

iPadAls je de app start moet je aangeven bij welke onderwijsinstelling je studeert: voer Leiden University in. Je zult vervolgens moeten inloggen. Je KUNT daarbij aangeven dat de app jouw inloggegevens moet onthouden maar ik adviseer om dat NIET te doen. Als je dat namelijk wel doet zal diverse nieuw toegevoegde content in courses niet binnen jouw app getoond worden en dan ben je dus niet up-to-date. Alleen bij inloggen wordt de meest recente content dus opgehaald. Minpuntje?!

iPhoneIk ben erg enthousiast over de functionaliteiten, mijn voorkeur gaat wel uit naar werken met de iPad (afbeelding aan rechterzijde).  Zodra de app jou namelijk doorkoppelt naar een pagina binnen de blackboard course (gebeurt overigens alleen bij specifieke functionaliteiten) dan wordt het op een iPhone wel allemaal heel erg klein. Maar er blijven nog genoeg handige functies over op die iPhone (afbeelding aan de linkerzijde) om toch eenvoudig in de trein of elders op confortabele wijze te raadplegen, zoals announcements, discussionboards, blogs etc. etc.

Via deze link vind je wat nuttige informatie over Blackboard Mobile learn.

Download snel de app met jouw iPhone/iPad/Android/Blackberry via deze pagina.

Ik ben benieuwd of je net zo enthousiast bent als ik. Je zou dat als comment op deze post kunnen kenbaar maken.

Het puberende brein-Eveline Crone als gratis e-Book: downloaden!

In 2008 schreef Eveline Crone het succesboek "het puberende brein": een must have voor een ieder die meer wil weten wat er achter het gedrag van pubers schuil gaat. Of je nou voor de klas staat, of je nou zelf pubers in huis hebt of dat je met pubergedrag in de tram te maken hebt…

Het is zeer toegankelijk geschreven en….gratis als e-book te downloaden.

Eveline Crone is universitair hoofddocent bij ons aan de Universiteit Leiden en is werkzaam binnen het Leiden Institute for Brain Cognition (libc). Ze zette daar in 2005 het Brain Development Laboratorium op. Haar onderzoek is beloond met een nwo-vidi-subsidie en ze is benoemd tot de Jonge Akademie van de knaw.

Het e-book is in ePub-format: dus bedoeld voor e-readerapparaten, ipads en andere tablets. Heb je (nog) niet zo’n tablet of e-reader?: niet getreurd: download het boek naar je PC/laptop via de 1e link hieronder en download ook een programma van Adobe waarmee je dergelijke bestanden ook op de PC kunt lezen via de 2e link. OK, minder mooie strakke letters dan op genoemde tablets, maar goed te lezen. Beiden gratis.

Animatie: Cloud computing en onderwijs

Zojuist kwam ik op een Nieuws-webpagina van Surfnet waar ik twee zeer instructieve animaties van ieder 3,5 minuten aantrof: wat kan cloud

  • Cloud computing in het onderwijs: Minder zorg om techniek, meer profijt van ICT
  • Cloud Computing in het onderwijs: Privacy

Erg duidelijk volgens mij. Klik hier en bekijk de animatiefilmpjes.

De uitdagingen van cloud computing

De conclusie van mijn vorige post over cloudcomputing was:

Het is niet meer de vraag of, maar wanneer en in welke mate gaan we in de cloud. Er moeten nog wel heel wat vragen beantwoord worden zoals bijvoorbeeld vragen met betrekking tot privacy, contracten met cloudleveranciers en noem maar op. Het zal niet binnen 2 jaar een feit zijn, maar we realiseren ons waarschijnlijk bij lange na niet wat voor impact the cloud over 10 jaar zal hebben voor ons onderwijs en daarom kunnen we maar beter nu al alle antwoorden zien te vinden op alle vragen die er al liggen.

Maar wat zijn die vragen dan? Het volgende stuk is integraal overgenomen van Surf uit hun Position Paper en plan van aanpak Cloud Computing, 23 mei versie 0.6.

De invoering van cloud computing is niet zonder consequenties. Om de voordelen te benutten, zullen instellingen moeten nadenken over een groot aantal onderwerpen. Deze zijn onder te verdelen in meer algemene thema’s en onderwerpen die specifiek zijn voor een bepaalde instelling.

Algemeen

Bij de keuze van cloud-oplossingen moeten tenminste de volgende onderwerpen worden onderzocht. Over een aantal daarvan zal de instelling in een later stadium ook moeten onderhandelen met leveranciers.

  • Privacy: hoe is de privacy van de gebruikers gewaarborgd? Eigenaarschap van gegevens: waar worden bestanden die een instelling ‘in the cloud’ brengt, fysiek opgeslagen? Wie heeft toegang tot die data? Hoe worden de integriteit en veiligheid gewaarborgd?
  • Koppeling: hoe zorgen we voor gegevensuitwisseling en interoperabiliteit tussen verschillende systemen?
  • Toegankelijkheid: hoe kunnen gebruikers optimaal samenwerken, onderling en met hun samenwerkingspartners? Hoe zorgen we dat nieuwe flexibiliteit eenvoudig beschikbaar komt?
  • Controleerbaarheid: welke wet- en regelgeving is van toepassing bij dataopslag en dataverkeer waarbij diverse systemen van meerdere aanbieders betrokken zijn?
  • Afhankelijkheid: hoe afhankelijk worden eindgebruikers en instellingen van cloud diensten en de daaraan verbonden leveranciers? Hoe ontwikkelen die bedrijven zich? Hoe zorgen we ervoor dat we niet aan een keuze voor een leverancier vastzitten (‘vendor lock-in’)? Kunnen eenmaal opgeslagen data worden geëxporteerd of gemigreerd naar een andere aanbieder (dataportabiliteit)?

Specifiek

Naast de algemene vragen die een instelling zichzelf bij de invoering van cloud computing moet stellen, zijn er ook specifieke:

  • Hoe bepaal je wat je doet in de public cloud, de community cloud of de private cloud (Uitleg: zie onderaan)? Welk type diensten en data zijn geschikt om extern af te nemen? Welke moeten in elk geval binnen de instellingsmuren blijven?
  • Hoe zorg je voor adoptie van cloud computing binnen de instelling?
  • (Hoe) ga je huidige systemen migreren?
  • Wat zijn de consequenties voor het ICT-personeel? Hun takenpakket en daarmee de benodigde competenties zullen veranderen en grootschalig gebruik van cloud-diensten zal zeker leiden tot afslanking van lokale ICT-organisaties.
  • Hoe organiseer je cloud computing binnen de instelling: support, accountbeheer (identity en group management) en het beheer van specialistische software?

public cloud: generieke diensten, die dus niet specifiek bedoeld zijn voor het hoger onderwijs en onderzoek. Die worden geleverd door grote leveranciers zoals Google (Google Apps) en Microsoft (Live@Edu, nu Office365). Er zijn ook nichespelers actief, zoals Dropbox of Evernote.

community cloud: gemeenschappelijke, specifieke services voor het (hoger) onderwijs en onderzoek. private cloud

private cloud: het lokaal – binnen een organisatie – virtualiseren van het datacentrum. Strikt genomen valt private cloud computing dus buiten de cloud.

Cloudcomputing in het onderwijs

Vorig week donderdag heb ik aan een ontzettend interessant Surfnet-Seminar deelgenomen over Cloudcomputing in het onderwijs

Cloud computing is het leveren/gebruiken van schaalbare en “elastische” diensten die via internet worden aangeboden. Het betreft standaard diensten, die door de gebruiker zelf in te richten zijn en waarvoor wordt betaald naar gebruik.

Steeds meer ICT diensten worden via het Internet aangeboden, waarbij het afnemen van die diensten eigenlijk niets meer vraagt dan een browser. Je hoeft dus verder niets te installeren. Telebankieren via het web doen we al lang. Microsoft en Google bieden het onderwijs gratis samenwerkingsomgevingen. Vele andere online voorbeelden zijn te noemen.

Ik wil e.e.a. met jullie delen middels de volgende links:

Slideshare: http://www.slideshare.net/SNKN-CloudComputing/presentations

Weblectures: http://linkd.in/m51tjD
Mijn persoonlijke weblecture-aanraders:
* Cloud Computing een kans voor het onderwijs?! – Michael van Wetering (CTO, Kennisnet)
* Leeuwenborgh Opleidingen: de gebruiker vraagt steeds meer flexibiliteit – Ludo Cuijpers (Directeur ICT Leeuwenborgh opleidingen)

Verder een link naar een zeer interessante publicatie van het SURFnet/Kennisnet programma: Cloudcomputing in het onderwijs: minder zorg om techniek, meer profijt van ICT

Mijn conclusie van die dag:
Het is niet meer de vraag of, maar wanneer en in welke mate gaan we in de cloud. Er moeten nog wel heel wat vragen beantwoord worden zoals bijvoorbeeld vragen met betrekking tot privacy, contracten met cloudleveranciers en noem maar op. Het zal niet binnen 2 jaar een feit zijn, maar we realiseren ons waarschijnlijk bij lange na niet wat voor impact the cloud over 10 jaar zal hebben voor ons onderwijs en daarom kunnen we maar beter nu al alle antwoorden zien te vinden op alle vragen die er al liggen.